ALLEGORIE.
—tÖ-
Ju pijn van 't aard- en hemelrijk
De aloude vorst
Hadnaar vermeldt een oud kronijk
Eens vreeslijk dorst;
Dies riep de ontzagbre god Jupijn
Daar hij versmachtte
Aan d' opperproever van den wijn
Uit al zijn krachte
»Schenkschenk mij ras van 't edelst nat
Dat ge immer in uw kelder hadt
Een beker overloopend vol
'k Verga van dorst en wordt schier dol!"