14
Daar rijst een lichtdaar daalt een troost
Voor wie hier weenen om hun kroost,
Voor wie hier zuchten om zich zeiven.
Hef, Heerons boven grafgewelven
Waar 't stof ook van der zulken legt
Dien Gij .uw rijk hebt toegezegd.
Die Gij thans zelf.... maar neen niet meer.
Wie Gij zoo jeugdig liefto Heer
Wie Gij zoo vroeg bij U doet wonen
Zij zijn Uw dochteren en zonen
Zij Englen aan U toegewijd
Wier lof en jubelzang Gij zijt
19 Maart 1850. j. lechker.