21
De aloude krekel zingt hier niet
Na heete zomerdagen
't Eentoonig sohaatrend avondlied
Geen spin zelfs mag hier slagen
Wijl zij 't aan niets kan hechten
Om 't kunstig web te vlechten.
Hier ligt, o Wandelaar!
Stof van een bedelaar.
UMusehjeu breng ik mijn groet
Gij trippelt over de aarde,
Die u alhier geen overvloed.
Voor 't minst een zaadje spaarde
Och kom hier dikwijls weder
En zet hier vaak u neder
Want, ach, gij zijt ook maar
Een arme bedelaar.
Een schaamle in het vooglenheer
Gij strijkt in duizend hoeken
Vergeefs soms uitgehongerd neêr,
Om 't luttle brood te zoeken
Miskend veracht verdreven
Is kommervol uw leven
Ach jagij zijt ook maar
Een arme bedelaar