Junij 1850. 28 Met deernis blikt ons oog op al die gruw'len neêr; Hoe vreeslijk was uw doenhoe ijs'lijk snood uw pogen Welk hart sloeg in uw borst, dat daarop smaad of eer, Of wanhoopsklagt bij klagt of tranen niets vermogen?.... Sloeg hier de vierschaar, u de beê om 't leven af, En, eischte 't aardsche regt, dat gij den dood zoudt sterven, Eens, als de stond genaakt, dat ge opstaat uit het graf, Moog' gij door Gods gen&, het eeuwig leven erven. P. SANDERS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1851 | | pagina 116