3'J
Te vragen op een andren tijd,
Als deze aan 't vermaak gewijd
En, was men anders soms wat traag,
Met kermis was men meerder graag;
Geen beter tijd kon immer dagen
Dan dezeom een vrouw te vragen
En daarom sprak men blij en luid,
Yan 't Edel Achtbaar Raadsbesluit.
En wat een voordeel voor de stad 1
Want iedereen verteert toch wat,
En bakkers, grutters, winkeliers
En 't legio van herbergiers,
Benevens nog een reeks van kroegen.
En wie nog meer om 't kostje zwoegen
Die wonnen in zoo 'n dag of zeven,
Zooveel, als anders maanden geven;
Geen wonder, dat die vrolijkheid,
Door allenhoopvol werd verbeid
En vurig wenschten met elkaar:
Was toch dat jaarmarkt/eest maar daar.
Een week voor dat het zou beginnen,
Trok 't kermisvolk de stad al binnen
'k Zag wafelbakkersVissers naam
De Nichtren, met zijn pofferkraam;
Het houten huis van Delftsche Neel
Die altijd voor het beste deel