40 Van Schiedams burgers, wafels bakt, Was ook al bijna uitgepakt; Een kleinkind van die brave liön, Werd ook al ras door mij gezien; Het was op weg naar bode Peere Om 't hoekje weêr te prefereren; En uit het magtig Amsterdam Veel zwervend kroost van Abraham, En nog in schie en havengracht Tot zinkens bijna toe, bevracht, Een enk'le afgedankte schuit, Met zwartgcsmeerde opperhuid, Met spellen matriëel belaan, Om eerlang op de straat te staan, Ten einde daar zich te amuseren En zonder geld naar huis te keeren. De suikerbakker Iienkemans Waagde ook al spoedig eene kans Om volk te lokken op den stoep; Want Donderdags reeds, stond een groep Van kind'ren, jongens en van meiden, Te staren op 't geen hij bereidde, De kast stond vol met rariteit, En allerhande malligheid Geheel geschikt om kinders, gekken, Zoetsappig in zyn huis te trekken;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1851 | | pagina 128