56
„Ik toog hem fluks op mijnen schimmel
(Vast had hij 't zelfde mij gedaan)
En bragt hem toen zoo ras ik konde,
In zek're berber" aan."
O
,,'k Verpleegde hem, en week in dagen
Van zijne droeve sponde niet;
Danik moest voorten hij hij stierf
Nog eer ik hem verliet."
„Het geld, door mij van hem ontvangen,
Schonk ik den goeden, ouden waard;
Maar deze pijp, die m'ook ten deel viel
Krijgt niemand hier op aard."
„Ik droeg haar in mijn krijgsmansstevel
Getrouw op al mijn togten rond,
Daar 'k om haar veilig te bewaren
Geen beter plaatsje vond."
„Te Praag op zek'ren strooptogt zijnde,
Vloog mij een kogel door den voet,
En 'k greep het eerste naar mijn pijpje
Als naar mijn dierbaarst goed."