33
Mijn God! ik zie 't al schijnen!...
O LichtstraalCherubijnen
Och, voert mijn ziel omhoog
Naar 's Hemels stralenboog!
Yerlossing!redding!leven
Zoo staat in 't Woord geschreven,
Zijn namaals hem beloofd,
Die in den Heer gelooft
't Sloeg zes hij kon 't niet hooren;
't Was licht hij zag 't niet gloren;
Lang was hij afgelost
Nog zat hij op zijn post.
Men droeg zijn stof naar de aarde,
Die 't tot haar stof vergaarde,
En zweeg, want, waar God komt,
Zwijgt alles en verstomt.
1849.
J. O BY L.