GRIETJES VERZUCHTING.
Ik weet niet maar sinds ruimen tijd
Hoef 'k 's moeders roep nocli klop,
En ben ik uit het hcele huis
Het eerst van allen op;
Dan hang ik water over 't vuur
En loop wat af en an
En 'k weet precies hoe laat het is
Zie 'k louw den Timmerman.
Kwartier voor zessen, strijk en zet,
Stapt louw, wat weer het zij,
Met zijn gereedschap in zijn mand
De deur van 't huis voorbij.
Die louw is toch een flinke knaap!
Wat schijnt hij kloek en sterk!
Zijn baas al is hij jongste gast
Geeft hem de keur van 't werk.
Op ons verzoek zijn ons deze Dichtregelen met nog ecnige andere
welke door den Auteur in eene Lecsvcrgadering van het Departement de
Maatschappij: Tot Nut van Algemeen alhier zijn voorgedragen, door de
heer A. C. Kruseman te Haarlem, uitgever van Lach en Luim en Kijïjsi
Leven waar iu dezelve voorkomen bereidwillig afgestaan.