54
In die Jongens steekt karakter,
in die Jongens steekt gevoel;
Want zij achten 't eerwoord zeker,
wat de tijd ook ommewoel,
't Eerwoord van een Burgervader
aan een wees van Amsterdam
Die ter regter uur de snoodheid
nog haar duivlenplan ontnam.
Die de beurs dier groote koopstad
en haar achtbre liandelschaar
Voor vernieling heeft beveiligd
en gered van doodsgevaar.
Tot berinring aan die redding
ziet de beurs e'e'n dag in 't jaar
In de plaats van groote mannen
kleene jongens bij elkaar;
Die, zoo als zij zelf betuigen,
hebben d'onbezorgden kost,
En niet als veel groote kindren
vragen om een vetten post
Die niet morren en niet klagen
als de Heeren in don Haag
In het spreken overvloedig
maar in 't doen zijn bijster traag
Die, wat de Excellenties willen,
dat den volke zal geschiên
Als orakeltaal en wijsheid
hoog vereeren cn ontzien.