56 Soldaatje spelen is het spel, dat deze kindren spelen. Dat doet hun hart en zinnen wèl en kan de vorsten streelen. Want worden zij eens groot en oud, en worden zij staatkundig stout, Dan moeten ze afmarcheren en kruid en lood hanteren. Waartoe ach he tot anders niet dan 't geen een autocraat graag ziet. o Wisten alle kindren 't wèl Zij speelden nooit 't soldaten-spel En meenden 't alle vorsten goed Zij speelden nooit met menschenbloed Zij bragten offers aan 't verstand Tot eer en sieraad van het land. En waren alle keizers wijs Zij stelden 't redelicht op prijs; Want het is waar en 'k zeg het luid Die 't licht verdooft gaat zelf eens uit. 1850. J. L E C H N E R.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1852 | | pagina 132