67
MOEDERS A.CH
Een waschdie gansch niet droogen wil
Een berg van kousen in de maasraand;
De meid met vrijers op den dril;
Een man, die alles van zijn plaats bant;
Het koffijwater van de kook;
De poes aan 't peuzlen in don kelder;
De keuken opgevuld met rook;
De bleeker achtloos of niet helder
Een doove baker in je huis;
Een naaister, die je lang laat wachten;
Een stage krijg met rat en muis;
Het waakgenot bij winternachten
Geen druppel in den regenbak;
Een koffijkan, die niet wil lekken;
In 't tafelkleed een olievlak
Geen boter, die heel lang kan strekken;
Een nieuwe hoeddie niet flatteert
Totaal gebrek aan papillotten;
Je suiker, die van zelf verteert;
Je bont ton zomerbed der motten
De stofdag van het huisvertrek
De bos met sleutels aan het loopen
Vaak eijerloos het eijerrek
Geen slag van bieden bij het koopcn;
Een brandgat in het vloertapijt;
Een tafellamp, die best kan walmen;