5 godsvrucht, hare ouders die aan de Ketel woondenwaren geringe maar brave lieden zij-zelve was van haar 1jaar met allerlei ziekten bezocht, die haar tot deusd en <rods- O O vrucht aanspoordenhare kwalen droeg zij mot onbeschrijfelijk geduld, tot dat zij na het ver- rigten van vele wonderen, die elders zijn op- geteekend 3), den li April 1433 overleden is, en in eene kapel aan de oostzijde der St. Jans- kerk werd begraven. Men rigtte aldaar ter barer eere eene prachtige graftombe op, waarop eene korte beschrijving van haar leven was uitgehouwen, die echter door de beeldstor- mers geheel vernield is. Den 14 Januarij 1616 werd zij onder de Heiligen opgenomenen de 14 April aan haar toegewijd, nadat hare beenderen een jaar te voren door den Aartshertog albert van Oostenrijk naar Brus sel vervoerd werdenalwaar zij in de St. Michael en in de St. Gudule kerk nog aanwezig zijn. Eenige liarer beenderen wer den in 1723 of 1724 naar Schiedam terug gevoerd, en aldaar met groote plegtigheid in de kerk der bisschoppelijke Clerezij geplaatst. Men zegt, dat de Heilige lidewij langen tijd in het zoogenaamde buitenhofje in de lange kerkstraat gewoond heeft, en dat de kreu- pelstraat alzoo genoemd wordt, omdat lidewij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1852 | | pagina 81