23 voortaan het baljuw- en schoutambt zelve geheel vrij te vergeven en betaalden daarvooren voor de gelijktijdig gekochte jaartollen van de varkens- en paardenmarkten eene som van vijftien honderd ponden van 40 grooten Vlaamscb. (t) Dientengevolge werd bet baljuw- en schout- ambt den 1 April 1578, gelijk vroeger voor den graafvoor de stad aan MELCHIOK WILLEMS van welhoek verpachthet baljuwschap voor 50 pondenen bet schoutsambt voor 32 ponden van 40 grooten 's jaars. (2) Den 22 October 1582 werd na bet overlijden van eenen schepen diens plaats voor het loopende jaar aangevuld door een der zeven personen die op de nominatie voor schepenen gestaan hadden, maar niet verkozen waren. Zulks geschiedde waarschijnlijk ingevolge eene toen kortelings bestaande bepaling dewijl de laatste renelinn; der zaken het bestuur betreffende C O (1) Vink, MS. Handvesten enz. van Schiedambi. 682 tot 685. Dus werden deze tollen die te voren aan liet kantoor van den raad en rentmeester-generaal van Noord- Holland in den Haag betaald werden daarna door de stad verpacht. (2) Zoo ook den 17 September 1581 den 15 Januarij 1582 den 27 Maart 1595 enz. Zie Resol. der Vroedschap. Het baljuwschap, dat vroeger boven alles verheven was, werd alzoo een ondergeschikt ambt. Ook werd daarvoor den 17 September 1581 eene nieuwe commissie of instructie vastgesteld. In 1573 waren de ambten van baljuw en schout van elkander gescheiden alzoo toen als baljuw voorkomt GERARD VAN WAARD en als schout MELCHIOR Wil. J.EMSE WELHOEK Resol. der vroedsch. van 2 Mei 1573.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 100