47
raden van de Staten der provincie, die van de
provinciale rekenkamer en het ambt van hoofd
officier (of baljuw) dezer stad zullen volgens
zekeren rooster, zoo gelijk mogelijk, door ieder
der leden achtereenvolgens bekleed worden.
3". Al die eene dezerbetrekkingen bekleedt, zal
als man van eer en trouw moeten afzien van al zoo
danige postenals hem in zijne hoedanigheid van
vroedschap, door andere besturen kunnen worden
opgedragen zoodat deze posten derhalve aan de
nog niet gebenificeerde leden moeten worden
gegeven, als b. v. de ambten van ontvanger,
controleur der convoijen en licenten, secretaris
der weeskamer, ontvanger der verponding, the
saurier, fabriek, penningmeester van do groote
visscherij enz.
4°. Een aan den stadhouder tot burgemeester
voorgedragen lid dat niet benoemd wordtzal
daarom juist, bij elke volgende voordragt, bovenaan
geplaatst worden, tot hij door Z. D. Hoogheid
wordt aangesteld; ten zij hij zelf verlange gepas
seerd te worden.
5". Tot nieuwe vroedschappen zullen vóór en
boven alle anderen gekozen moeten worden de zonen
of behuwdzonen van vroedschappen enbij gebreke
van dien die der stedelijke ministers.
G". Niemand zal ooit op eenige nominatie tot
raad in dé vroedschap mogen gebragt wordendie