OP DEN ZOMEE. tv li id/ kdAdJ Ü- 3-^^ Vol staan al de airen en hoog staat het hout, Groen staan de weiden en lomrijk het woud Krachtig verheft zich natuur voor ons oog Helder zijn daaglijks de heemlen omhoog 't Zonlicht blijft heerscher van iederen dag, Enkele slechts die zijn stralen niet zag En loost natuur soms een zucht of een traan, Straks licht de blaauwende hemel weer aan. Zuiver en rein staan al de akkers in 't rond Smetloozer vruchten verschaft ons geen grond En wat aan hoornen of stengels ook wast 't Is thans een zomer die allen verrast En wie men vaak met zijn tweespan ontmoet Zegt het mij allen opregt in gemoed Of gij een zomer ooit milder begeert Die u. de rij toertjes sneller vermeert Zegt het vrij uit of de zomergeneugt Thans u het hart niet ten volle verheugt En of ge u niet in een perklooze maat In het volop van de schepping verzaadt Ja 't is thans leven en lievend genot Maar 't zij ook denken en danken aan God J Neen, verzuim hij wat het ligchaam geniet, Schepsel den dank aan uw schepper ook niet 1852. J. lechner.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 131