WEDSTRIJD.
<s©si6sffiagssags®>
DE KOOPMAN.
Wel mij, geprezen zij mijn stand!
l)oor mij bloeit volk en vaderland
Geringen maak ik groot en rijk
En knechten aan hun heer gelijk.
Geen werelddeel, hoe ver het zij
Of 't levert zijn producten mij
En rustloos reis ik heen en weêr
En zend mijn waren heind en veer.
DE GELEERDE.
Door wetenschap, vernuft en kunst
Komt mij den hoogsten lof en gunst.
Ik wees u in der sterrenbaan
Den veilgen gids op d'oceaan.
Ik heb wat aarde en zee bevat,
Wat is of eenmaal wezen had
Natuur en tijd en maat en kracht
't Yerborgne heb 'k aan 't licht gebragt.