ZOMERLIED.
("Tfoaa'fc
Blaauwe bergen
Van uw kruinen stroomt bet leven;
Frissche lucbt voor 't schepslental
lleJdre bronnen als kristal
Willen ons de bergen geven.
Op de velden
Zien wij gras en klaver groeijen;
Aan elk puntje op 't groene land
Glanst de daauw als diamant
En de klare beekjens vloeijen.
Milde boomgaard
Uit uw blaadrentooi vertellen
Luidkeels op een blijde wijs,
Duizend zangers 's Heeren prijs
Wijl uw vruchten rijpend zwellen.
Zie de zaadjens
Als de Zefyrs lieflijk waaijen
't Teedrc blaadje schuw ontsluit
ïlalm en aren botten uit
En de korrel rijpt voor 't maaijen.