6 en niet voor de geestelijkeregters geroepen te kunnen wordenook gaf de graaf verlof tot het heffen eener belasting opeens ieders eigendommen, zoo roerende als onroerende, binnen de stad en hare jurisdictie, tot dekking der kosten voor het maken dor haven met eene sluis; terwijl hij de burgers ontsloeg van de belasting van 20 pond Hollandsch 'sjaars, waarvoor de stad den grafe lijken tol, die bij het doorvaren door de sluis geheven werd, in pacht had. (1) Nog gaf jan II den 12 Januarij 1303 aan zijne lieve en getrouwe poorters van Schiedam het regt dat elk poorter daar poorter wezen zoude mot al zijn goed dat hij had, roerend en onroerend, waar ook gelegen. Het regt tot het heffen van eenen accyns kregen burgemeester, schepenen en raden der stad, den 28 December 1317, van graaf Willem III, tot wederopzeggens toe. Het verdient opmerking dat Schiedam de tweedeen Zierikzee de eerste stad was waaraan zulk een regt gegeven werddat men niet dan moeijelijk en slechts tot weder opzeggens verkreegopdat de burgers geen gevaar zouden loopen van al te knellende belastingenen de graaf het konde doen op- (1) VAN MIERIS, D, I, bl. 604 en 605.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 78