8 Den 24 Februarij 1354 droeg dezelfde graaf het baljuwschap van Schiedam aan dibicjacobs- zoox op, met gelijke regten als die welke andere baljuwen bezaten tot het benoemen of afzetten der schouten, boden en andere ambachtslieden (d. i. beambten), die den baljuw toebehoorden. Hij genoot hetzelfde traktement als zijne voor gangers maar mogt geenen kost rekenen van klerken of knapennoch hij noch zijn gezin mogt in 's graven herberg komen etendan na daartoe uitgenoodigd te zijn, enz. (1) Het (1) Zie dit besluit, gegeven te Geertruidenberg des Vrijdags van St. Matthijsdag Apostels in 't jaar 1354 in zijn geheel medegedeeld, bij J. J. VAN HEES VAN BERKEL t. a. pl. bl. 104 noot a. Zijne aanstelling als schout had in 1350 plaats, blijkens liet volgende stukte vinden bij vink, MS. Handvesten enz. van Schiedambl. 183, en in de Handv.Octrooijen enz. der stede Vlaardingen bl. 384: Willem ïïertoglie etc. maken cond etc. dat wi bevolen hebben ende bevelen mit descn open brieve DIEDERIC IIEREN JACOBSSONE onsen Schout-Ambacht ende alle onse gerechte van onser Stede van Sciedamme te bedriven ende te verwaren tot ons ende onzer Stede voorsz. nutscap ende oirbair, en tonser eren als bi scnldich is te doene Ende dair of sal bi ons of den ghenendie wijt bevelen sullen, goede rekeninghe doen tot allen tiden als hijs van onsen wegen vermaent wordet dit sal gheduren tot onsen wedersegghen. In oirconde etc. Gegeven te Delf 's Dinxdaghcs voir Mid-vasten Anno quinquagesimo. Jussn Domini Ducis. Per commune Consilium et Villas tune praesentcs. »A. de Berwairle Sig. ex Coss." Dit Sig. ex Coss. dat op allerlei zonderlinge wijzen rcr-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 80