10 waardoor conige landerijen daarbinnen begrepen werden die tot de heerlijkheid van Keihei be hoorden. Diek van wassenaae deed echter plegtig afstand ook van al zijne regten daarop, den SNovember 1359, met behoud nogtans der smalle tienden tot den overtogt toealles tegen betaling eener geëvenredigde geldelijke vergoeding. (1) Naauwelijks waren de twisten met de heeren van wassenaae door deze overeenkomst geëin digd of er ontstonden nieuwe oneenigheden met daniel en, na diens dood, met zijnen zoonDavid van mathenesse, over eenige woningendie buiten de stad aan den weg naar T)eljt stonden en wel bepaaldelijk over de vraag tot wiens ambacht en geregt zij be hoorden. Nadat men hierover langen tijd getwist had, en dikwerf daardoor in moeijelijkheden ge wikkeld was, besloot men eindelijk, ter beslechting der zaakin het belang van beide partijen zich tot den ruwaard als scheidsregter te wenden en zich aan diens uitspraak te onder werpen. Doch ook toen verloochende de altijd weifelende albeecht zijn karakter niet, maar antwoordde besluiteloosdat hij de zaak in (1) van MIERISI). III, bl. 112, Het is mij niet gebleken welke de hier bedoelde overtogt of overtoom geweest is. Smalle tienden beeten die van moeskruiden bout, gras, vruchten enz., in tegenstelling met maattienden en krijtende tienden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 82