11 bedenking zoude nemenen haar met zijnen raad zoude overwegen inmiddels vaststellende, dat men in de woningen in quaestie van beide zijden regt kon doen. (1) Gedurende al den tijd, dat de onstandvastige albrecht lioeksgezind geweest wasbad hij Rotterdamten nadeele van Schiedamen ter vulling zijner slecht voorziene schatkist, ten sterkste bevoorregt. Na zijne veranderde gezind heid en overhelling tot de kabeljaanwschen begon hij Schiedam weder te begunstigen. Bij een besluit van den 23 September 1394, gaf hij aan de in gezetenen van Schiedam het regt, dat vroeger den graven behoordeom zelve het klerk-ambacht (dat is de post van stads-secretaris), het bode ambacht de school en de kosterij naar vrijen wil te vergevenzoodra deze posten zouden openvallen door het overlijden dergenendie ze toen bekleedden. Voorts gaf hij aan den schout en de schepenen de vrijheid tot de uit oefening des regts langs de gansche haven tot in de Maas, en tot op vijftig gaarden (2) af stand aan heide zijden van het hoofd. Hiermede meent vixk (3) dat de stad het regtsgebied niet alleen langsmaar ook over de haven en (1) VAN MIERIS I). III hl. 347. (2) Eene Gaarde is groot 100 roeden. (3) MS. Beschr. van Schiedam B. 1 Hoofdst. IV.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 83