16
voor eenen zekeren tijddoorgaans voor een jaar,
de laatsten werden slechts nu en dan geroepen
om over eene bepaalde zaakdie voor de gemeene
burgers van belang waste beraadslagen en daar
omtrent te besluiten. Maar, bij het aanwassend
getal der inwoners, werden ook de vroedschappen
nalatig om aan deze oproepingen gehoor te geven
en kwamen allengskens alleen de zoodanigen op,
die niet durfden of konden wegblijven omdat
zij eenig ambt bekleedden of door cenig ander
belang gedreven werden. Zoo bestonden destijds
de vergaderingen der vroedschap meestal uit wees
meesters, gasthuis-regenten, Heilige Geest-meesters
of stedelijke armverzorgersdekens der gilden,
kapiteins der schutterijen en beambten. Toen
eindelijk velen de oproepingen door hunne regering
al meer en meer als eenen zwaren last begonnen
aan te merken verzochten de stedelingen onder
het bestuur van hertog filips den goede in
het midden der 15<> eeuw, bij requeste verlof
om een bepaald getal burgers van 804036
24 of 16 te mogen benoemendie in de verga
deringen ter regeling der stedelijke belangen al
de stedelingen met volle magt zouden vertegen
woordigen. Aan de meeste steden werd het ge
vraagde toegestaan, doch niet dan schoorvoetend
en met de bijgevoegde bepaling, dat de graat
aan zich het regt behield om deze vaste collegiën