24 waslot groote schade en verdriet der ingeze tenen dat deze nu de bevestiging van hunne vroeger verkregene regten nederig verzochten en eindelijk, dat de keizer, daarna zijne raden gehoord hebbende en der stad genegen zijnde, besloothaar octrooi te geven om voortaan vierentwintig personen te hebben waarvan de baljuw er een zou zijn, voor de eerste maal door den keizer te benoemen die de geheele stad vertegenwoordigden en van nu af de magt zouden hebben om alle jaren op den gewonen dag (3 November)uit hun midden, of anders uit het ligchaam der 3tad, te maken eene nominatie van vier personen voor burgemeesters en eene van veertien voor schepenendie zij den keizer of den stadhouder van Holland moester, aanbie den, opdat deze daaruit twee burgemeesters en zeven schepenen zoude kiezen. De alzoo aange stelde personen moesten door den baljuw beëedigd worden, en daarna verkozen de nieuwe burge meesters met den baljuw twee thesauriers, die verpligt waren jaarlijks rekening van hun beheer te doen. Een van de twee eerste burgemeesters en een van de twee eerste thesauriers kon twee jaren achtereen aanblijven. Voorts mogten noch in den gezegden raad, noch onder de burge meesters of schepenen vader en zoon of twee broeders te gelijk zitting hebben. Als een der

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1853 | | pagina 96