30 O toevlugtsplaatsin uwen schoot Ontwijkt de ziel haar' hangen kommer, En zoekt er tusschen graf en dood Den balsem van verkwikkend lommer. Hier vindt, na menig' worstelstrijd Met aardsch belang of woeste togten, De stervling kracht, en 's levens tijd Besteedt hij, minder aangevochten. 0 rcgtbank van Gods wijs bestuur! Voor u verschijnen armen, rijken, En hooren 't vonnis, uur op uur, Dat worm en groeve billijk strijken. Geen aanzien, kunde, goud of magt Verbreken ooit uw stalen wetten; Dit laatste vonnis houdt zijn kracht, Uw regters zijn niet omtezetten. O aller moedergij bedekt Vereenigd in uw liefdrijko armen, Den zoon, op 't purper uitgestrekt, Zijn' broeder, smeekende om erbarmen. Gij schakelt ketenen aan kroon, En knoopt, met even zachte handen, Voor slaventelg en koningszoon De nooit verhreekbrc broederbanden. O akker Gods! de dauw besproeit Uw plantenen de malschc regen Stort op uw' bodem, hard gegloeid Door 't zonnevuur, zijn' vruchtbren zegen, Maar dikwijls drinkt go een' warmen traan Dien 't oog der liefde stil doet vloeijen, Als offer voor de dorre blaan, Wier bloempjes in den hemel bloeijen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1854 | | pagina 106