Nagedachtenis van den WelEerw. Zeer Gel. Heer p. j. uvssEiir, in leven Evangclisch-Luthcrsch Predikant te Schiedam Ik strooi een bloem op 't graf van hem, Wien ik zoo vaak met kracht en klom Tot 's Hoogsten eer mogt hooren spreken. Wien 'k immer met een nijvre hand, Zoo menige overdierbre plant, Voor 't rijk der godsvrucht heb zien kweeken. 'k Iloor nog ten laatsten avondmaal, Van uit zijn mond de onscliatbre taal, Die aller zielen diep moest roeren, En stemmen tot des Heeren lof, En aller zin en hart van 't stof Naar 't gindsche land der rust moest voeren. Nu heeft hij reeds den tol betaald. Vroeg heeft de dood gezegepraald: Te vroeg hem van deze aard onttogen; Te vroeg ontnomen aan zijn kroost, Aan haar, wier steun hij was en troost, Wier levensdoel hij kon verhoogen. Zijn aardsche werkkring is voorbij! Een GodDie ons genadig zij Moog hem in 't zaligst lot doen deelen, En sld Zijn oog vol Vadermin Op 't zwaar getroffen huisgezin, En wil de diepe wonden heelen. 1853. J. LECHNER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1854 | | pagina 114