49 had leeren kennen en in zijn onderwijs verkondigdeook in de natuur te aanschouwendat was de lust van zijn hart. Zijnen blik gedurig vrijer en dieper in de schepping te doen doordringen do vorderingen na te gaandie 's menschen kennis van de krachten en de schatten der natuur niet steeds snellere vaart maaktedat was een streven van zijnen geestwaartoe hij bijzon- dor gedrongen werden waarvoor hij uitmuntend geschikt was. Geen wonder dus dat hij de gelegenheid om zich meer hijzon der op de studie dezer vakken toe te leggen gretig aangreep toen zij zich voordeeden dat hij zich met geestdrift aan eenige andere vrienden van het onderzoek der natuur aansloot, toen zij hem het voorstel deden, om met elkander een gezelschap te vormen, dat aan de beoefening der Physica in den ruimsten zin gewijd zou zijn. In dit gezelschap, waar altijd wetenschap op den voorgrond stond, en tevens de gulste vriendschap heerschte, sleet Rodi zijne gcnoegelijkste uren. Daarin vond hij de op wekking om steeds ijverig alles hij een te zamelen, wat hem voorkwam, dat tot verklaring van hetgeen daar besproken werd strekken kon, en vond hij do grootste zelfvoldoening door beurtelings van anderen te leeren en anderen voor te lichten, ookhen, die doorhunne vorming op hoogcr wetenschap pelijk standpunt geplaatst waren dan hij. Onbegrijpelijk is het welk eene uitgebreidheid van kennis Rodi daarbij telkens aan den dag legde, vooral als men in aanmerking neemtdat hij geene vreemde talen lasen zich dus bij zijne oefeningen van beperkte en onvolledige middelen bedienen moest; maar meer bewon derenswaardig nog is de groote mate van nederigheid en beschei denheid, die hij altijd behield, en die hem evenzeer deed zwijgen, waar zulks pasteals spreken waar het nuttig en voegzaam was. Maar tot nog algemeener nut wilde Rodi zijne natuurkennis aanwenden, door vele voorlezingen in ons Departement dei- Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen gehouden. Vijftien maal is hij daar als spreker opgetreden, en gaf hij de resul taten van zijnen letterarbeid ten beste van het algemeen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1854 | | pagina 119