Het waren meestal onderwerpen aan liet gebied der natuur beschouwing ontleend, die hij alsdan behandelde. Nu eens wees bij op do orde in al liet geschapene, dan weder, zoo als bij de verschijning dergroote komeet in 1835, beijverde hij zich om dwaalbegrippen en bijgeloof tegen te gaan. Op andere tijden verplaatste bij zijne hoorders als liet ware naar de Zon of naar de Maanten einde bun den aard dier hemelbollen en hunne verhouding tot onzen aardbol regt bevattelijk en aan genaam voor te stellenof deed hij bun liet scboone opmerken van de ons meer van nabij omringende natuur. Deze en soortgelijke onderwerpenmet warmte door hem behandeld vonden doorgaans vele geopende ooren. Onder zijne papieren vond men na zijn overlijden een eerstzeer onlangs voltooid geschrift: overliet nuttige en aangename van de beoefening der natuurkundige wetenschappendat waarschijnlijk voor ecne 16<i= voorlezing in dezelfde maatschappij bestemd was. Zoo was de vrome man altijd nuttig waar en zoo lang hij kon. In ge heel zijnen wandel oen echt christen, droeg hij metkalmtede ram pen des levens,die ook zijn buisgezin in grootc mate ten deel vielen Ruim 4-2 jaren in den echt verbonden met do vrouw die hij lief had, heeft hij zes dochters en éénen zoon, uit dien echt ge boren groot gebragt. Vele en langdurige ziekten bezochten zijn gezinen gaven hem ruime stof 0111 de toekomst met kommer te gemoet te zien. Het verlies eener geliefde dochter, eene dor weinigen die doorgaans eene goede gezondheid genieten mog- tenen die hem in den bloei des levensweinige maanden voor zijn verscheiden, ontrukt werd, trof hem zwaar. Zijn vaderhart ondervond vele en droevige teleurstellingen. Dit alles viel hem zwaar, maar het drukte hem niet ter neder. Hij wist op Wien bij zijne hoop moest bouweneene hoopdie niet kon worden teleurgesteld. Moge zijn wandel velen ten voorbeeld zijn, gelijk zijne nage dachtenis lang in zegening zal blijven

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1854 | | pagina 120