119 'k Geloof, die Keizer van de Russen Is nog gekker als een gek. 'k Zou dien boêl wel gaauwer sussen; 'k Gaf den man een flink stuk spek En een ferme zak met centen, 'k Joeg zo dan maar, zoo 't behoort, Zonder heel veel complimenten Één voor één naar Fredriksoord: 'k Wed, ze zeiden allemaal: Kijkdie kerel is roijaal!" «Maar, wat duivel! dat gezemel! 'k Tuimel steeds maar heen en weer; 't Is beroerd zoo'n naar getemel; 't Is precies of 'k exerceer. 'k Zou wel graag een slokkio lusten; Maar 'k heb slechts nog ééne cent. 'k Zal hier eerst maar even rusten, Kijk, daar zit ik als een vent. 'k Zit hier naast die oude zaag Als de grootste in don Haag." »I)ie cigaar wil maar niet rooken; Daar, daar leg je, nare dief! Hé! hier ben ze wat aan 't kooken. Ja maar, kijk! hier leit een brief. Jaap! kom aan! die mot je lezen. Wacht eens, «korporaal op zij" Drommels! wat zou dat nou wezen? Geld scherjant den 10aen Mei" Ben je gek? is dat een ding; Dat begrijpt geen sterveling."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1855 | | pagina 115