Al mogt dan nu die deugd, naar onze schatting, de perken der gematigdheid in Verboox van tijd tot tijd over schrijden, toch werd de waarheid der spreuk in zijn persoon bevestigddat de bescheidenc altijd meer eere ontvangtdan hij zich zeiven waardig keurt; want groot en algemeen is de achting, die de verdienstelijke man in zijn leven heeft genoten, en treffend waren daarvan de blijken, toen onlangs zijn stoffelijk overschot aan de aarde werd toevertrouwd. Het zij ons nog vergund eenige daarvan op te noemenom aan te toonen, dat onze hoog gestemde meening van den man, wiens nagedachtenis wij onze hulde hebben trachten te brengen inderdaad ook door anderen, desbevoegden, is gedeeld. Zoo viel hem de zeldzame onderscheiding te beurt, toen Z. M. Koning WüXEM I, bij besluit van 14 April 1838, N°. 92, zijne groote verdienste erkende, door hem, ter gelegenheid zijner vijftigjarige betrekking als onderwijzer, tot Broeder der Orde van den Nederlandschen Leeuw te benoemen. Het Stedelijk Bestuur te Schiedam vereerde hem bij die zelfde gelegenheid, op den 30 Junij van datzelfde jaar, een kostbaar geschenk, als eene hulde aan zijne loffelijke, ge trouwe en langdurige ambtsvervulling. Toon hij op den 23 Maart 1840 vijftig jaar de betrekking van hoofd-onderwijzer aan de stadsscholen vervuld bad, werd hem door zijne talrijke leerlingen uit den gegoeden stand op bijzondere plegtige en feestelijke wijze, een aandenken van dankbaarheid en hoogachting vereerd. Ook de MaatschappijTot Nut van 't Algemeen wist zijne verdiensten te schatten, daar hem van wege het Hoofdbe stuur op den 18 Maart 1850, toen hij zestig jaar als hoofd onderwijzer aan de opvoeding en ontwikkeling van zoo velen was werkzaam geweest, de groote Zilveren Medaille der Maatschappij werd uitgereikt. In Julij van bet jaar 1853 werd de grijze schoolman, na drie en zestigjarige getrouwe en ijverige schooldienstop

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1855 | | pagina 81