93 De Groolo of Hoofdkerk to Overschie, was volgens som migen, in vroegere dagen, aan de Apostelen Petrus en Paulus, volgens anderen aan den bekenden Bisschop Nico- laas gewijd, do tijd van bare stichting is niet met zeker heid bekend, de pastorij werd door den abt van Egmond begeven, en de bevestiging daarvan, door den Domproost of- Aartsdiaken van Utrecht gedaan. In den jaro 1558 was de kerk met schulden belast en moest evenwel noodzake lijke herstellingen ondergaan, waarom de abt van Egmond den kerkmecsteren authorisatie verleende tot het verkoopen van 12 morgen lands, welke aan de kerk toebehoorden. Volgens de beschrijving van van Spaan, zoude die kerk door dc Rotterdammers verbrand zijn. De tegenwoordige kerk is gebouwd in 1651, en prijkte weleer met zes zeer fraaije beschilderde glazenwaarop de namen der heeren schout, schepenen, benevens de kerk meesters, die in het jaar 1721 aldaar regeerden voorkwamen. De ambachtsheerlijkheid is eeno oude bezitting der stad Delft, hetwelk af te leiden is, uit het bijleggen der ge schillen tusschen de steden Rotterdam en Delft over de schouwe op Overschieontstaan bij dc Kamer van de reke ning der Domeinen van de grafelijkheid in den jare 1513, blijkens zekere acte daarvan aanwezig. Overschie telde vroeger onder zijne jurisdictie acht bui tenplaatsen of lustsloten, als: Leeuwenhof, Rodenrijs, de Tempel, Zwetheul, Blijdorp, Schieleven, Starrenburg en het Slot van Spangevan welke alleen Rodenrijs en de beide laatsten zoo om hunne bezitters, als van wege hunne oudheid melding verdienen. Rodenrijsweleer het bezit van het aanzienlijk stamhuis van dien naam, alwaar in hot jaar 1310 Flows van Rodenrijs leefde werd in 1390 bezeten door Christina van Zuidwuk, huisvrouw van den lieer Willem van Kralingen, en w-as later het eigendom, en strekte ten verblijve aan Joan van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1855 | | pagina 89