95
niet alleen als wezenlijke pronkstukken liet Dorp Overschie ver
sierden maar wier bewoners aan een zeer groot aantal ingezete
nen van dit Dorp een voornaam middel van bestaan verschaften,
vernietigd; bij den jammer van dat gemis daarenboven bet
bewijs achterlatende, dat hoezeer ook de gewrochten van
menschelijke kunst, door hunne schoonheid en pracht, de
bewondering en lof der beschouwers mogen inoogsten zij
den nakomeling alleen op bouwvallen doen staren, die hem tot
overtuiging moeten verstrekken dat do alles vernielende tand
des tijds, zich ook hierin geene perken laat stellen, en al het
ondermaansche eenmaal dor vergankelijkheid ter prooije wordt.
F. w.