103 Omdat hij wankelend in 't g'looven Zijn menschenvrees nog niet te hoven, In 't nachtlijk uur voor Jezus stond Zal nu ons hart zich van hem koeren Daar in dien nacht het woord des Ilecren Dien bloode niet terugge zond Neen, veeleer gij die nog van verre Te turen en te wachten staat, En die uit vrees voor 't oog der wereld, Ook niet des nachts tot Jezus gaat, Gij kleinen ginds, och, laat u nooden Te lang zijt gij den Heer ontvloden, Ogaat tot Hem al is het nacht Dan zal er eens een tijdstip komen Dat gij met zooveel duizend vromen In 't licht des daags uw Heer verwacht. Schiedam, 1854. c. n. A. DUSSEAU.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1855 | | pagina 99