32
bijna gedurig te Schiedam, om de belegering van Delft te nader
bij te zijnwerwaarts hij de Ilollandsche Poorters in een ge-
meenen lieijertogt opontboden had, en welke belegering tien
weken duurdeeer die onrust door eene overgaaf der stad gestild
werd. M.S. beschrijving van Schiedam hl. 81.
's Vrijdags na grooten Vastenavond of don 15 van Lentemaand
gaf gemelde Hertog aan die van Dordrecht een handvest om tol
vrij te varen voorbij Heusden. M. Dalen, beschrijving van
Dordrecht hl. 508 en 74-7.
Ook gaf bij op den 21 van Sprokkclmaandaan die van Schiedam
insgelijks tolvrijheid voorbij Heusden.
En op Maandag na St. Geertruijdag, of den 18 van Lentemaand
is de commissie le Schiedam gedagteekend, die de gemelde Hertog
Albrecut gaf aan Herman Vinken, rentmeester en Tieleman Oem,
balliuw van Zuid-Holland om voor tienduizend schilden van zijne
moei te verkoopen om aan die van Dordrecht de schuld, inliet
beleg van Heusden gemaakt, te betalen. P. II. van de Wall,
Handvesten van Dordrecht bl. 268. Zoodat bij, Hertog, aldaar
zeer lang moet geweest zijn, te weten om de belegering van Delft,
dat sommige Kabeljaauwsche kapiteins hadden ingenomen, waar
om do Poorters van Schiedam, derwaarts moesten uittrekken
want hij, Hertog, was de Hoekschen meer genegen dan de Kabol-
jaauwscben, door wie de verwarring in hetland veroorzaakt werd.
M. S. beschrijving van Schiedam bl. 81
Op den 20 van Oogstmaand bekennen schout, burgemeesters,
schepenen en raden van Dordrecht, dat zij verscheidene handves
ten en privilegiën, rakende Hertog Albrecut van Bejerene nliet
gemeene land van Holland, in bewaring en onder zich genomen
hebbenonder welke een handvest van dezestad geteld werd.
P. II. van de Wall, Handvesten van Dordrecht bl. 258, 259.
(Vervolg in een volgenden Jaargang.)