TER 1U0EDACHTE1US
DES AMOlUE VAN DER HOEVEN.
De treurmaar klinkt thans Neerland rond
Die aller harten treft en wondt,
Die aller zielen diep moet roeren
Die aan ons oog een traan ontwringt
En tot een zucht don boezem dringt,
Tot heilig rouwbodrijf komt voeren.
Hij is niet meer! God nam zijn knecht,
In wien Hij gaven had gelegd
Die de eeuwen zelfs maar eens aanschouwen
God heeft Zijn dienaar ons ontrukt
Die woorden ons heeft ingedrukt
Die zelfs zijn dood niet doet verflauwen.
VAN DEN HOOCLEERAAR.