54
En later als't geweld de zege zal behalen
Zal nicodemus nog den laatsten dank betalen
Aan Hemdie onbeschrijflijk goed
Zijn klein geloof, zijn menschcnvrees wou dragen,
En in zijn binnenst toch bet heerlijk licht deed dagen,
Veel schooner nog dan de oosterzonnegloed.
Voorwaardat is het Woord des Hoeren
Dat nimmer ledig tot Ilem keert,
Dat in de harten blijft regeren
Van elkdie need'rig Hem begeert.
Omogt het tijdstip eerlang komen
Het is de wensch van alle vromen,
Dat elke plek een tempel zij
Waarin zich elke knie zal huigen
Om van de waarheid te getuigen
Dier hemclschoono profecy.
C. B. A. DUSSEAU.
1855.