IV Dit Tijdregisterhetwelk met het jaar 1017 aanvangt en met 1778 eindigt, zoude niet onwaarschijnlijk kunnen worden aangevuld tot 1814, als wanneer daaraan konde aansluiten het Kronijkje van Schiedamof korte aanteekeningen van voorvallen in en bij die Stad, dat tot het tegenwoor dige tijdstip zorgvuldig werd bijgehouden door don heer J. van Dijk, en waarvan in de negen vorige- en in den tegenwoordigen jaargang gedeelten zijn opgenomen. Aan dit denkbeeld vereenigden wij daarenboven nog een anderdit namelijkdat het ons eenmaal zoude mogen gelukken eene uitvoerigeen zoo mogelijk volledige geschiedenis te leveren van de plaats onzer geboorte en inwoning, eene geschiedenis welke tot lieden ontbreekt in de rij der plaatsbeschrijvingen van ons vaderland en ter zamenstelling waarvan, ook wij ons gedurende geruimen tijd hebben ingespannen datgene te verzamelen hetwelk de oudheid ons daartoe oplevert. "Wij besluiten deze korte inleiding met den wensch dat allen, bij wie nog iets wetenswaardigs, boe gering ook, mogt berustendat licht zoude kunnen verspreiden over gebeurtenissen, de Stad Schiedam betreffende, ons in de gelegenheid moglen stellen daarmede bekend te worden opdat ook daardoor zoude worden bijgedragen tot het vol ledige eener geschiedenis, waarop ieder welgezind stad genoot zoo hoogen prijs behoort te stellen. 1>. J. V. D. Schiedam, November 1855.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1856 | | pagina 76