25
een brief van Graaf Willem de IV, van den jare 1345 be
krachtigd werddaar staatin Noort Holland onze vyftich
Pond Hollands 'sjaars, die onse stede van Delft schuldich is
jaarlicx van onse bede, item onse rente van der vrihede
van Schiedam, en alle onse rente van den ambachte van
Maaslant enz."
1346.
Daags na Hemelvaartsdag, of den 13 van Bloeimaand ver
leent, dezelve Margaretiia, als Gravin van Holland, bij
een handvest aan alle steden van Noord-Holland (waaronder
Schiedam werd begrepen) verscheidene voorrcgtcnbestaande
in achttien leden, om daardoor hare bediening of regering
aan het volk aangenaam te makenals onder anderendat
die van harentwege beschuldigd werd, van zijn lijf, men die
zoude aanspreken met regt, binnen zes weken nadat hij
beschuldigd was, of kwijtschelden van de zaak waar men
hem van beschuldigd hadten ware dit openbare heijervaart
wasdan zoude men het doen binnen twaalf wekenof hij
zoude gekweten zijn van de zaak, waar men hem van beschul
digd had; en dat komt meest overeen met de wet, habeas
corpus; in Engeland, voor een van de voorregten der vrij
heden van het volk geacht. En dat alle misdaden door verloop
van jaar en dag vernietigd zouden zijn, uitgenomen doodslag,
brandstichting en diefstal, tenware de balliuw zijne beschul
diging binnen het jaar gedaan had;
Nog verklaarde zij Gravin Margaretha, dat do poorters
niet verder gehouden waren in een heijertogt te dienen, als
lot bescherming der paalsteden, dat men's lands weer noemt,
ten ware do oorlog was begonnen metof bij rade van de
ridderschap, edelen, knapen en goede steden van Holland.
En op den 28 van Bloeimaand bevestigt gemelde Keizerin
alle privilegiën der stad Schiedam, welke zij van hare
voorouders mogt hebben.