12
En gemelde Wouter van Mathenesse erkent op denzelfden
dag liij een bezegelden brief dat de overgifte van de vrijheid van
het rcglsgebied door Albfiecht Graaf van Holland aan die van
Schiedam gegevenzich ook over Oud- en Nieuw-Mathenesse
zoude uitstrekken. M.S. beschr. van SchiedamU. 82 verso.
In dit jaar waren de poorters van Schiedam met hun kogge
schip en nog vier en twintig anderen in een algemeene heirvaart
naar Vriesland, om dat, was het mogelijk, onder de gehoorzaam
heid van den graaf van Holland te brengen, maar met weinig
voorspoeden zij veroverden alleen Stavoren, Sloten, Lemmer
en het fort Macliondat daarna wederom verloren werd.
il/. S. beschrijving van Schiedambl. 82 verso.
1397.
Zijn do poorters of burgers wederom opontboden in een heir
vaart tot belegering van het slot Loevestein, en voeren zij met hun
kogge-schip derwaarts.M.S. beschr.van Schiedam,67.82 verso.
Do magistraat van Schiedam koopt van do ingelanden van
Nieuw-Mathenesse nog eenig land in de Uiterwaardenge
naamd de Noortot Galg-Oort of 'tGeregl, boven het geene
zij in het jaar 1390 in koop bekomen had. M. S. beschrijving
van Schiedam, bl. 82 verso.
1398.
In dit jaar beschreef Hertog Ai.biiecht als Graaf vanllolland en
Zeeland en heer van Vriesland alle de ridders, edelen en steden
van Holland en Zeeland, om hem tegen de Vriezen, die hij, om
met hun tweedragt voordeel te doen, wilde beoorlogen, te hulp
te komen (op St. Jansdag midden in den zomer) voor Enkhuizen
te zijn en van daar over te varen.
De besloten brief waarbij de Graaf uit den Haag de steden van
Holland en Zeeland tenzclfden einde beschreef, was van den
2 van Bloeimaand des zelfden jaars waarbij gevoegd gevonden