38 Als dan is onze taak volbragt, En ons de blijde morgen wacht, Die op den doodsnacht volgt, dan juichen wij te gader: «Wat was, o God! uw goedheid groot, «Dat Gij ons, van den moederschoot, »Den weg van ons behoud ontsloot; Hij bragt ons tot Uw troon thans, vol aanbidding, nader!" T. HARTING. Utrecht, 1857,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1858 | | pagina 110