u dorijen 200 zal bedragen, elke branderij met twee ruwketels, welke ketels door elkander genomen minstens 1050 ponden meel per dag stoken en het is naar deze cijfers dat de volgende opgaven berekend zijn: 400 Ruwketels verstoken: Dagelijks. Wekelijks. Jaarlijks. (1Rogge 69 1. 24z. 4181. 28z. 217861. Gz. Mout 36 22 60 p. 220 20 11475 25 tezamen 106 1.17z. 60p. "6391.19z. 332621. 2z. (2) Kolen 040 hoed. 33280 hoed. 400 Ruwketels stoken (3) Koomwijn of Jenever 3080 ankers. 18480 ankers. 960960 ankers. 400 Ruwketels leveren: (4) Spoeling tot mesting, gedurende zeven maanden, van 30000 varkens. 400 Ruwketels brengen op: (5) Lands Impost, jaarl.: ronde maat vanRogge/- 17973:9 Gerst - 7028:8 n Kolen - 8320: Impost -174720: 20804-1:17: (6) Stads Impost, jaarlijkspenningmaat van Rogge, Mout of Gerst en Kolenf 34769:10:- Impost van Kolen- 9984: f 44753:10:— 200 Branderijen vereischcn ieder 3 knechtsdie gezamenlijk 21.— per week verdienen, hetgeen liet getal der Ilrandersknechts 600 doet zijn, die gezamenlijk genieten aan looneu, wekelijks f 4200:-:—, jaarlijks f 218400:—:—

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1858 | | pagina 116