4 1413. Den 12 van Wijnmaand heeft Graaf Wii.lem do stad Schiedam, op de klagten dor steden van Holland en Zee land, vrij verklaard van do markttollon van Woudrichem en Heusden. M. S. privilegiën van Schiedam, hl. 94. 1414. Op den 13 van Grasmaand bevestigt Dime van Wassenaar don brief zijns vaders, waarbij hij aan do stad Schiedam geeft het Hoppegeld op een jaarlijksche erfpacht van honderd Vuenexe Schilden. M. S. privilegiën van Schiedam, LL 89 verso. In dezen tijd hebben zich in Duitschland cn vervol gens in do omliggende gewesten allereerst vertoond de zoogenaamde Heidens of Egyptenaren. J. Burger, Chron. van Medemhlik, 11. 9093. S. de Vries, Chron. der Chron., IV d. hl. 44G—448. Den 15 van Oogstmaand beloofde de stad Schiedam, zoowel als allo andere steden, met gestaafde ccden en beze gelde acten, Jacoba van Beijeren, oenige dochter van Willem van Beheren, na den dood baars vaders voor Gravin van Holland aan te nemen, maar die beëedigdo schriftelijke belofte werd door de meesten niet wel nagekomen, zoo als uit hot volgende zal blijken. J. Heda, Hist. Uttraj., pag. 280. Matthaei, Analect., lom. V pag. 599. 1417. De steden Haarlem, Delft en Leiden hebben in dezen tijd opgenomen ecne som van 529 en een halven Engelschcn Nobel lijfponsiocn voor Vrouw Jacoba, Gravin van Holland, om zich hiervan te kunnen bedienen bij de belegering van Dordrecht, en voor deze som gelds verbond zich ook onder anderen, de stad Schiedam, benevens Amsterdam, Gouda, Botterdam, Hoorn en Oudewater, en Vrouw Jacoba van Beheren verleende hiervan bezegelde brieven, die de ge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1858 | | pagina 76