18 bijzondere uitspanningmaar wel om aan den schoot zijner moedergeschiedenis te Ieerenhetgeen bestond in hot van huiten leeren van versjesde grafschriften onzer beroemde zeehelden en meer dergelijkeveeltijds korte en kernachtige stukjes. De school verlaten hebbendeging hij als klerk op de plaatselijke secretarie van de gemeente Sluipwijken was daar even als altijd, ijverig en naauwkeurig in het hem opgedragen werk. Zijnen overigen tijd besteedde hij aan do beoefening der natuur- en storrekundegeschiedenis en oudheidkunde, muzijk en teekenkunde, en bragt het, zonder bepaald onderrigt genoten te hebbenin de meeste dier wetenschappen en kunsten tot eene aanmerkelijke hoogte. Na zijn vertrek van Sluipwijk, werd van Dijk op hot kantoor van don Rijks-Ontvanger te Gouda geplaatst en hem, toen hij eerst den leeftijd van negentien jaren bereikt had, hij ontstentenis van den Ontvanger, zelfs de gcheele waar noming van dat kantoor opgedragenonder vooruitzigt van later de betrekking van Rijks-Ontvanger te Gouda te zullen erlangen, waaraan door de komst der Franschentoen alles veranderdeniet werd voldaanen van Dijk als Ambtenaar hij de Convoijen en Licenten eerst te Leiden, vervolgens te Groot-Zundert en eindelijk te Schiedam werd aangesteld. Deze betrekking welke hem van den beginne af weinig bevielverwisselde hij met die ten kantore van particuliere kooplieden te Schiedamen was hij ook gedurende eenigcn tijd als brander aldaar geassocieerd. Toen hij tengevolge van verschillende sterfgevallen buiten betrekking geraakteleidde van Dijk een ambteloos leven en werd hij ton jare 1852 als Magazijnmeester van het toen te Schiedam gevestigde Algemeen Rijks- of Handels-Entrepot benoemd, welke betrekking hij waarnam tot aan zijne ziekte, toen hij eerst tijdelijk en later definitief, door zijn jongstcn zoonals zoodanig vervangen werd. Van Dijk was gehuwd den ÏO"1™ April 1823 met Mejuf- vrouw Alexandria IIuijser van Goudadie hem behalve

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1858 | | pagina 90