19 don genoemdennog een zoon schonkmode te Schiedam woonachtig, en ceno dochter die vroegtijdig overleed. Dehalve eeno groote vaardigheid, vooral in de Franscho, Engelsche en Hoogduitsche talen was van Dijk niet onbe kend met het Latijn en Italiaanseh. Van zijne bekwaamheid in de teeken- en schilderkunst, zijn nog belangrijke proeven aanwezig (1) en door zijne oefening in de muzijk bragt hij het zoo verdat hem het Adjunct-Kapelmeesterschap bij de Schutterij werd opgedragen. Als Sterre- en Weerkundige bezat van Dijk groote ver diensten gedurende cene reeks van jaren, sedert 1815 tot aan zijne ziektehield hij aanteekening van zijne weerkun dige waarnemingendie driemaal daags met de grootste naauwkeurigheid om 82 en 8 uren door hem werden gedaan. In de daartoe bestemde boeken was eene kolom af gezonderd voor de aanteekening van belangrijke gebeur tenissen het vaderland maar meer in het bijzonderde stad zijner inwoning en hare omstreken betreffende. Uit treksels dier aanteokeningen zijn onder den titel van Kronijkje van Schiedam of korte aanteekeningen van voor vallen in en lij die stad (beginnende met 1814) geplaatst in het Jaarboekje voor de stad en het kanton Schiedam sedert 1847 tot dit jaar uitgekomen, van welke aanteeke ningen nog eenige copij in dezen jaargang gevonden wordt. Zijne weerkundige waarnemingen zijn opgenomen in liet (1) Bij zijne familie zijn nog drie kapitale lafereelen met 0. 1. inkt geteekend voorhandendie door kenners geroemd worden; aan den Hoogleeraar W. Moll leverde hij de tee- kening van den grafsteen der H. Lidwina, te Schiedam in de St. Janskerk aanwezig, waarvan eene afbeelding is ge plaatst aan het hoofd van het 2Jc deel van diens werk getiteld: Johannes Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de vijftiende eeuw, enz. (Amst 1854, 8° terwijl eindelijk in zijne Handschriften over Wapens en Legpenningen een tal van proeven van zijne bekwaamheid in het teekenen gevonden worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1858 | | pagina 91