T0SC8MT. DE HOOP DER oHoop der toekomstwat al zegen Verspreidt gij heinde en ver in 't rond Wat gunsten strooit gij allerwegen Als dropp'len op den dorren grond Voorwaar, gij tooit den hof met bloemen, En geeft nog stof tot dankbaar roemen Waar anders slechts te klagen viel. Gij steunt het hoofd ter neer gebogen, En stort, hoe fel, hoe zwaar bewogen, Een straal van loven in de ziel. Bij 't woest geklots der zilte baren Biedt gij den zeeman een verschiet, Dat voor zijn oog niet op wil klaren Maar dat hij toch door U geniet. Gij doet hem droomen van de kusten Waar hij in 't kort hoopt uit te rusten Van al hetgeen hem nog vermoeit En schoon bij 't nog niet mag aanschouwen Gij wekt in hem een vol vertrouwen Dat met elk uur in vastheid groeit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1859 | | pagina 103