42
Blijft al 't geluk der aarde smaken
Dat zij aan eenig sterfling biedt
't Verstomp de pijlen van 't verdriet,
Zoo die ooit dreigen 't hart te raken
Ziet welvaart om u heen gespreid
Moog zij aan uw bestaan zich boeijen,
Haar bronwel mildlijk voor u vloeijen
Tot u de schoonste rust verbeidt
Viert zoo elk echtfeestu gegeven
Te midden van een bloeijend kroost,
Bij lief en leed uw vreugde en troost,
In 't welk ge uw beider beeld ziet leven
Betreedt uw loopbaanhand aan hand
Tot grijsheids kroon u zal versieren
En ge eenmaal beter feest moogt vieren
In 't eeuwighemelsch Vaderland
T. HARTING.
Utrecht, November 1858.