50
Waar twist en tweedragt mogen schuilen
Neem' men het edel druivensap
Geen mensch zal wrokkend blijven pruilen
Men drinkt verzoening broederschap.
Wiens hart kan nog vijandig zijn
Waar men hem vriendschap biedt en wijn
Waar men een feestkrans zaam moog binden
En 't hart tot vreugd zich voelt ontgloeid,
Zal men haar dan eerst kunnen vinden
Als er het vocht der druiven vloeit.
Hoe tegenstrijdig zou niet zijn
Een feestlijk gastmaal zonder wijn.
Daarom den wijn zij lof gegeven
Door elkdie gaarne zich verblijdt
Met geestdrift 't glas omhoog geheven
Dien nectar d' eoredronk gewijd.
En wie met ons wil vrolijk zijn
Drink' mee ter cere van den wijn
H. M A R O NIE R.