13 Den H van Lentemaand verklaarde Maria van Dorn- oondie, bij haar vermaard groot privilegie, niet alleen in bet algemeen de conditiën en voorwaarden waarop de Graven en Gravinnen van Holland en West-Vriesland hunne bedie ning of regering der landen hadden aangenomeneenige voorregten, die de steden des lands hadden, maar wel in het bijzonder in het XII art. van haar privilegie consen teerde zij: «Dal de steden van Haarlem, Let/denDelft, Amsterdam, Rotterdam en Schiedam van doe voortaan hebben en houden sullen, alsulke maniere van wetten en geregtc te zetten als zij lange jaren gehad en gebruykt hebben." En bij het XIII art.: «Dat de steden van Holland onder malkanderen of met de steden van haar andere landen, zoude mogen vergaderen, zoo menigmaal als haar dat blieven zoude." Eindelijk bij, het XXV art.: «Dat de steden van Hol land en Zeeland de magt zouden hebben om do stalen uit de rivier te nemen, ingevolge de privilegiën daarvan hebbende." En bij oen bijzonder privilegie aan die van Holland mede toegestaan, «dat een ieder zijn in-zec-drijvendo goederen zou vermogen naar zich te nemen." Nog op den 23 van dezelfde maand, verleent gemelde Hertogin Maria aan do stad Schiedam een privilegie, onder anderen inhoudende dat de Vroedschap van Schiedam ten eeuwigen dage uit 21 personen elk jaar zou mogen kiezen twee burgemeesters, twee thesauriers, een balliuw en zeven schepenen. S. beschrijving van Schiedam, hl. 87 verso. In Grasmaand werd Maxiiiiliaan van Oostenrijk, als man en voogd van Gravin Maria van Bourgondie, tot Graaf van Holland uitgeroepen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1859 | | pagina 85