27 lijk het allereerst bekend zijn geweest onder den naam van Vijtlernesse als buitengelegen schorren. In het begin der 13 Eeuw was de grond zoodanig opge hoogd dat bet Maaswater dien niet meer bereiktewanneer deze streek den naam Matte-nesse kan ontvangen hebben althans in 12-19 was die naam bekend, naardien, in Louw maand van dat jaar, Hendrik Heer van Voorneburggraaf van Zeeland aan Jacob van Pernis vergunde om stalen to mogen zetten en plaatsen bij Matenessevan de haven van Pernis in de Merwede tot aan Schoonderloo. In 1281 zijn door een Noord-westen storm en hoogen vloed de dijken langs do Maas op onderscheidene plaatsen doorgebroken en het land tusschen de Schie en de Gouwe, en ook Matenesse onder water gezetten gevolge waarvan Graaf Floris op den 8 van Herfstmaand een privilegie gaf aan de ingezetenen tusschen de Schie en de Gouwe om den ingebroken dijk weder te bedijken. In 1282 werd dan ook, ter vervanging van den Maasdijk, die toen meer Noordwaartsin de rigting van Ketellag een nieuwe dijk aangelegd do tegenwoordige liooge Schie- landsche Zeedijk, welke ecne andere rigting verkreeg en door welks verplaatsing een gedeelte van Matenesse werd binnen gedijktterwijl toen aan dit gedeelte den naam van Oud Matenesse werd gegeven in tegenstelling van hot andere deeldat buiten den dijk was gebleven en Nieutv Mate nesse genaamd werd. Ook dit gedeelte breidde zich langzamerhand door aanslibbing van de Maas uitzoo dat Daniel van Matenesse op St. Lucien avond (12 van Wintermaand) van 1347 van heemraden van Schie- land de vergunning verkreeg om Nieuw Matenesse te be dijken. De naam dezer stroken schijnt te zijn overgegaan op hunne bewoners en latere bezitters; althans in 1314 vindt men, als afstammende van den Burggraaf van Leyden, vermeld den naam van Diederik Bokel Uvtternesse, Schildknaap,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1859 | | pagina 99