Hier vond ik in plant en bloemen De Almagt Gods geteekend staan Hoorde ik Zijn beschikking roemen In bet lisp'len van de blaan Zag ik wijsheid allerwegen In Zijn werken uitgespreid, En in zonnegloed en regen 't Merk van Zijn Voorzienigheid. Eenzaam met mijn mijmeringen Zag ik dan naar hooger sfeer Hoorde er van Gods liefde zingen Van Zijn zorg voor 't scheps'len lieer. Niemand wordt er uitgesloten Van de gaven Zijner hand; Allenuit wat stam gesproten Blijven aan Zijn trouw verpand. Mogt de hoopmij schier ontvaren Hooger rijzen in 't gemoed Luider klonk 't ook van mijn snaren «God is liefdeGod is goed Ligter werd mij 't wigt der rampen En der zorgen heerschappij Want ik zagbij 't hevigst kampen God als Schutsheer aan mijn zij. Tot den verd'ren togt door 't leven Had ik krachten weêr vergaard Schoon de nacht niet was verdreven Die mijn toekomst hield bezwaard, 'k Mogt toch met gerust vertrouwen Als een Redder uit den nood, In de schepping God aanschouwen, Rijk in liefdein weldoen groot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1860 | | pagina 117