Hier vond ik in plant en bloemen
De Almagt Gods geteekend staan
Hoorde ik Zijn beschikking roemen
In bet lisp'len van de blaan
Zag ik wijsheid allerwegen
In Zijn werken uitgespreid,
En in zonnegloed en regen
't Merk van Zijn Voorzienigheid.
Eenzaam met mijn mijmeringen
Zag ik dan naar hooger sfeer
Hoorde er van Gods liefde zingen
Van Zijn zorg voor 't scheps'len lieer.
Niemand wordt er uitgesloten
Van de gaven Zijner hand;
Allenuit wat stam gesproten
Blijven aan Zijn trouw verpand.
Mogt de hoopmij schier ontvaren
Hooger rijzen in 't gemoed
Luider klonk 't ook van mijn snaren
«God is liefdeGod is goed
Ligter werd mij 't wigt der rampen
En der zorgen heerschappij
Want ik zagbij 't hevigst kampen
God als Schutsheer aan mijn zij.
Tot den verd'ren togt door 't leven
Had ik krachten weêr vergaard
Schoon de nacht niet was verdreven
Die mijn toekomst hield bezwaard,
'k Mogt toch met gerust vertrouwen
Als een Redder uit den nood,
In de schepping God aanschouwen,
Rijk in liefdein weldoen groot.